Ingrediënten:
- 1 in stukken gesneden konijn zonder kop
- 1 kg sjalot
- 1 teentje knoflook
- 150 ml droge witte wijn
- 150 ml kippenbouillon gemaakt van 150 ml water
- 1/4 kipbouillonblokje
- 2 eetlepels olijfolie
- zout en peper
- 1 takje verse tijm
- 2 laurierblaadjes,
- 300 g spinazie
- 120 g gekuiste aardappelen
- 1 lepel light room
Schil de sjalotten, snijd ze in de lengte in 4. Hak de look fijn. Kruid de stukken konijn met zout en peper. Verwarm de olie in een braadpan en bak de stukken konijn langs alle kanten goudbruin. Doe er de witte wijn en de bouillon bij en zet het vuur lager. Voeg de sjalotten, knoflook, tijm en laurier toe en breng op smaak met peper en zout. Laat 1,5 uur sudderen op een zacht vuurtje. Verdeel het stoofpotje over 4 porties (en vries er 3 van in).
Kook de aardappelen gaar en giet af. Was de spinazie en blancheer in eigen nat. Knijp de gare spinazie uit en breng op smaak met peper, zout, beetje nootmuscaat en een lepel light room. Roer goed door mekaar.
Serveer een portie konijn met sjalotten bij de spinazie en de gekookte aardappelen.